Het eerste verhaal in een reeks over waterprojecten
De gemeente Rotterdam is wereldwijd één van de koplopers op het gebied van watermanagement. Met een serie waterverhalen laten we zien wat we allemaal doen op dit gebied. In dit eerste verhaal vertelt Jorg (41 jaar, adviseur stedelijk water en riolering) over de Ondergrondse waterberging Museumparkgarage
“Qua water hebben we het goed voor elkaar”
Uit de Verenigde Staten, Indonesië, Vietnam, Zuid-Korea, Australië, Brazilië, Scandinavië. “Nog even doorgaan?” Gemiddeld één keer per maand showt Jorg Pieneman de ondergrondse waterberging onder het Museumpark aan delegaties uit de hele wereld. “Ze komen in Rotterdam kijken omdat ze hebben gehoord dat wij, gemeente en Rotterdamse waterschappen, het qua water goed voor elkaar hebben. En dat is ook zo.”Zo’n de delegatie loodst Jorg via een deur bij de inrit van de parkeergarage en een smalle gang naar de panoramaruimte; van daaruit kijk je via grote ramen van gewapend glas zo de kale betonnen bergingsruimte in. “Ja, vaak zijn ze wel wat teleurgesteld als ze dit zien”, erkent Jorg. “Je krijgt weinig gevoel bij de enorme grootte van het bassin.” De bergingsruimte ingaan is helaas geen optie. “Iedere vorm van contact met rioolwater is ongezond en het bevat dodelijke gassen die je niet ruikt.”
De oplossing voor 10 miljoen liter water
De ondergrondse waterberging van 60x30x7 meter wordt gebruikt als de Westersingel en het riool door een stortbui dreigen te overstromen. Er kan tien miljoen liter water in; dat betekent 50% extra ruimte in de rioolbuizen in het westelijke deel van het centrum. “In het dichtbebouwde centrum van Rotterdam is geen ruimte voor het aanleggen van extra singels”, legt Jorg uit. “Dus is dit de oplossing.”
Sinds de oplevering in de zomer van 2011 is de ondergrondse waterberging jaarlijks meerdere keren volgestroomd waarvan slechts één keer tot de nok. Als Jorg vragen krijgt over de kosten en baten, vertelt hij dat de bouw van de ondergrondse waterberging € 11 miljoen heeft gekost; dat is € 1.100 per m3. “Voor waterberging in dichtbebouwd gebied is dat aan de goedkope kant. Zeker als je het afzet tegen de mogelijke schade.”
Maatregelen bij extreme wateroverlast
Dat die schade enorm kan zijn, weet Jorg door ervaringen in andere steden. In Amsterdam leidde in 2014 één stortbui tot € 10 miljoen schade. In Kopenhagen zorgde een wolkbreuk in 2011 voor € 1 miljard schade.
De heftigste bui die Jorg in Rotterdam heeft meegemaakt bleef beperkt tot enkele tonnen schade. “Die zorgde voor volle singels, ondergelopen kelders, wadende mensen door de straten en auto’s en trams die niet meer konden rijden.”
De gemiddelde Rotterdammer heeft geen idee wat er allemaal gedaan wordt om te zorgen dat de stad leefbaar blijft bij extreme regen en wateroverlast. Dat ze daar niet over nadenken, beschouwt Jorg als een compliment. “We doen ons werk goed.”