Bekijk hier het artikel online
Land van herkomst: Aleppo, Syrië
Gezinshereniging met: vrouw (46), zonen (19, 20) en dochter (10)
Beroep in Syrië: eigenaar/directeur van een fabriek voor plastic en metalen frames
In Nederland sinds: augustus 2016
In Rotterdam sinds: februari 2017
Werk nu: niet
Werk toekomst: een eigen bedrijf
Nederlandse taalvaardigheid: oefenen door veel Engelse films met Nederlandse ondertiteling te kijken; sinds kort een taalmaatje
Hij vindt het vreselijk: nothing to do in afwachting van de komst van zijn gezin. Mohamad’s handen jeuken. Ondernemen zit hem in het bloed. Ondernemen zit volgens hem in het dna van iedereen uit Aleppo. “Aleppo was een commerciële, industriële stad. Het gros van de vluchtelingen dat hier naartoe is gekomen komt daar vandaan. Je zult zien, over tien jaar zijn de Syriërs zichtbaar in Rotterdam. Dan zie je overal shops. Want we willen wat doen.”
Voor nu moet hij accepteren dat hij niets omhanden heeft. Dat hij pas kan handelen als zijn kinderen hier zijn. “Voor mij is het nog te vroeg. Eerst kijken wat zij willen. Ik ben 60. Zij gaan voor.”
Zijn kinderen zijn de reden dat hij hier is. “Mijn zonen zagen via Facebook berichten van vrienden die naar Europa waren gegaan en wilden ook.” Mohamad is de vooruitgeschoven post. Liever was hij in Aleppo gebleven, de 8000 jaar oude stad die hij met heel zijn hart liefheeft, maar daar blijven en zijn zonen hier alleen naar toe laten gaan was geen optie. “Je hoort van gevluchte families waarvan de ene helft in Zweden zit en de andere in België, of allemaal verspreid over een land. Dat wil ik niet. We zijn een gezin. We horen samen.”
Eersteklas
Het gesprek met Mohamad is het eerste zonder tolk. Hij spreekt Engels. De basis daarvoor is gelegd in zijn ondernemende leven. Hij werkt sinds zijn 17e. “Ruim 40 jaar.” Hij had zijn eigen geautomatiseerde fabriek en dertig man personeel. Als hij er ’s ochtend rond vijf vuur binnen kwam nam hij lekker een kop koffie en keek toe hoe de machines de spare parts – onderdelen en accessoires – van plastic en metaal maakten voor frames van autobanken en – stoelen.
Hij reisde voor zijn bedrijf de hele wereld over. “Ik had het leven waar anderen van dromen. Ik had geld en geen tijd. Nu heb ik tijd en geen geld. Alles is weg.” Zijn reis met andere vluchtelingen in een autobus van Turkije naar Nederland kostte meer dan de eersteklas vliegreizen waaraan hij gewend was.
Engels
Sinds Mohamad in Nederland is werkt hij hard aan zijn talen. In Syrië sprak hij een mondvol Engels, want de internationale correspondentie liet hij over aan een medewerker. Nu ziet hij het belang er van in zijn talen te spreken. “Toen ik net hier was keek ik naar Arabische tv-zenders. Maar daar zag ik alleen maar slecht nieuws over Aleppo. Nu kijk ik films en filmpjes op YouTube. Met Nederlandse ondertiteling. Zo leer ik twee talen tegelijk.”
Hij heeft tien weken Nederlandse Taalles gehad. “Maar ik ken nog te weinig woorden om Nederlands te durven spreken.” Sinds twee weken heeft hij een taalmaatje uit de buurt. “Je hebt iemand om je te corrigeren.”
Zijn kinderen spreken Engels. Dat leren ze op school en van internet. Zijn vrouw niet. Mohamad heeft zijn kinderen en vrouw ruim 4,5 jaar niet gezien. In de hoop en verwachting dat de oorlog na drie maanden wel afgelopen zou zijn, bracht hij ze vijf jaar geleden naar Alexandria in Egypte. Zelf ging hij terug naar Aleppo. Hun contact gaat sindsdien via Skype. “Ze verheugen zich allemaal op een nieuw leven in Nederland, maar daar is nog geen zicht op.”
Hart
Nederland was geen gerichte keuze van Mohamad, maar inmiddels prijst hij zich gelukkig dat hij hier is beland. “Ik heb voor mijn werk de hele wereld over gereisd en heb spijt dat ik hier nooit eerder ben geweest. Jullie zijn zo open en vriendelijk. Op straat they help you.” Hij heeft wel bewust voor een toekomst in Rotterdam gekozen. “Een commercieel centrum met een internationale haven. Hier kunnen mijn kinderen studeren en kan ik aan het werk.”
Onder Mohamad’s ondernemingsdrang, gelach en geflirt – met de beautiful girls die hem portretteren – zit pijn. “It’s hard. The waiting is horrible.” Hij was gewend van 04.00-17.00 uur te werken. Nu zijn de dagen leeg en duren ze lang. Hij mist zijn eigen huis, privacy en dierbaren. “Als ze je in het paradijs zetten maar je hart verlangt naar mensen die niet bij je zijn, is het moeilijk ervan te genieten.”
Hoogkwartier Proeft!
Op zaterdag 1 juli doet Mohamad mee met Hoogkwartier Proeft!, het buurtfestival in het parkje aan het Achterklooster. Haso heeft hem daarvoor gevraagd. “Als je iets voor een ander kan doen, why not?”
Tot vijf jaar geleden had hij nog nooit voor zichzelf gekookt. “Daar hadden we altijd iemand voor in ons huis.” Maar op enig moment kon je in Aleppo na 15.00 uur de straat niet meer op. Te onveilig. En wat doe je dan op een lange avonden? Koken dus. Samen met zijn buurman die tandarts was en diens vrouw.
In de Bredestraat 312 heeft hij daar profijt van. Hij kookt voor zichzelf. Voor Hoogkwartier Proeft! gaat hij samen met huisgenoten humus maken en baba ganoush en bruschetta. Hij heeft er zin in. Het geeft hem iets om naar uit te kijken. Want de hele dag YouTube kijken – hoe goed ook om Engels en Nederlands te leren – is het ook niet. Al krijgt hij er ook wel inspiratie van. “Wist je dat in er in Duitsland een Syriër is die zijn zesde winkel opent? Hij is hier pas twee jaar.”
De bewoners van Bredestraat 312
Dit is het achtste interview in een reeks over ‘De bewoners van Bredestraat 312’. Het eerste interview was met Els van VluchtelingenWerk Nederland, het tweede interview met Haso en Miranda van Wmo Radar, het derde met Bewoner Ibrahem, het vierde met Bewoner Abdelelah,het vijfde met Bewoner Mohamad, het zesde met Bewoner Ali en het zevende met Bewoner Baschar. De verhalen worden gepubliceerd op deze website en op www.vluchtelingenwerk.nl.
Meer informatie
Mensen die vragen, opmerkingen of tips hebben of een rol willen spelen bij het beheer van Bredestraat 312 of de integratie van de bewoners, kunnen mailen naar de beheerder via gva@rotterdam.nl. Op www.rotterdam.nl/statushouders staat informatie over hoe de gemeente Rotterdam omgaat met personen die een verblijfsvergunning hebben.
Opgeven voor het maatjesproject kan via VluchtelingenWerk.
Auteur: Esther Wienese
Fotograaf: Marieke Odekerken