Bekijk hier het artikel online
Haso Korajlic (54) en Miranda Pieterse (48) zijn de WIL-coördinatoren van de 33 statushouders die in december en januari hun intrek hebben genomen in de Bredestraat. Zij begeleiden hen bij het vinden van ‘werk’, ‘integreren’ in de samenleving en de taal ‘leren’. “Wat deze mensen achter zich hebben gelaten komt nooit meer terug. Ze moeten vooruit.”
De jongste statushouder in de Bredestraat is 19 jaar. De oudste 58. Het zijn vrijwel allemaal oorlogsvluchtelingen uit Syrië. Ze spreken Arabisch. In de Bredestraat wachten ze op wat voor hen het allerbelangrijkste is: hereniging met hun gezinnen die zijn achtergebleven in Syrië, Jordanië, Libanon en Turkije. Dat kan drie maanden duren, maar ook anderhalf jaar. In de tussentijd burgeren ze in volgens de Rotterdamse aanpak: 100 uur Nederlandse les, werken en integreren met hulp van vrijwillige maatjes.
Ontfermen
Haso weet wat het is om alles achter te laten en een nieuw leven op te bouwen. 24 jaar geleden zocht hij vanuit Bosnië zijn toevlucht in Nederland. Hij werd opgevangen in een asielzoekerscentrum in de ‘s-Gravendeel waar hij na zijn inburgering negen jaar later werkte als locatiemanager. “In de jaren ’90 werden ook wethouders bedreigd, maar toen had je nog geen Facebook en Twitter”; relativeert hij de rumoer over vluchtelingenopvang.
Haso werkt sinds december 2016 in de opvang aan de Bredestraat. Sinds eind januari is Miranda zijn collega. Een geboren en getogen Nederlandse die heeft gewerkt voor VluchtelingenWerk. Beide zijn nu in dienst van Wmo Radar. Samen met twee vrijwillige beheerders en nog twee te werven inwonende huisbeheerders, ontfermen zij zich over de bewoners van de Bredestraat.
“Dit is een aparte tussenvoorziening”
Vrede
Hoe het gaat in de Bredestraat? “Het begin was rumoerig met een ruzie tussen twee bewoners op de ochtend na hun komst. ’s Avonds is er een groepsgesprek gevoerd in de gezamenlijke huiskamer en hebben de twee mannen vrede gesloten. De volgende dag hebben ze hun excuus aangeboden en toegezegd dat dit niet meer zou gebeuren.” Sindsdien is het rustig.
“Maar het blijft natuurlijk een gespannen situatie. Deze mensen hebben een hoop meegemaakt waar ze liever niet over praten. Ze zitten met vreemden in een bijzondere voorziening tussen het asielzoekerscentrum en een eigen huis. Terwijl ze in hun eigen land vaak goede banen hadden, in mooie huizen woonden en soms zelfs een dikke auto reden. Dat is schakelen.”
Gordijnen
Groot voordeel is dat ze nu in de stad wonen. Daardoor komen ze makkelijker in aanraking met werk dan in de vaak dorpse omgeving rond een asielzoekerscentrum. Een aantal mannen heeft al werk gevonden of is bezig iets zelf op te bouwen. Een paar gaan schoonmaken bij een hotel in de Oude Haven. Eén is bezig een fietsenmakerij op te zetten achter de Bredestraat waar ook buurtbewoners terecht kunnen. Er zijn een bakker, kok en souschef die elke maand voor de buurtbewoners gaan koken, en een van de mannen gaat vlakbij in een naaiatelier beginnen. Haso: “Zijn eerste klus wordt hopelijk het maken van gordijnen voor de ramen van de Bredestraat. Daar hangen nu lamellen en de buren hebben aangegeven dat ze dat ongezellig vinden.” Het is even afwachten of hier budget voor komt.
Betrokkenheid
Vanuit de buurt ervaren Haso en Miranda vooral enorme betrokkenheid. Haso: “Op 1 januari kwamen de buren al oliebollen brengen. Een week later is Ellis van de Kunstuitleen op de Goudsesingel hier een middag geweest om kunstwerken uit het depot op te hangen in de gezamenlijk woonkamer en in de gangen. Daardoor ziet het er hier een stuk kleuriger uit.” “En regelmatig komen er mensen spullen brengen, zoals kleren, boeken en meubels”, vult Miranda aan. “We moeten wel kritisch kijken of het schoon en heel is. Maar dat ze er aan denken om het hier te komen brengen is al zo aardig.”
De bewoners van Bredestraat 312
Het voormalig kantoorpand van de gemeente aan de Bredestraat 312 doet sinds december 2016 dienst als tijdelijke woning voor 33 statushouders die wachten op gezinshereniging. Zij worden begeleid volgens de Rotterdamse aanpak: in twee jaar tijd inburgeren door intensieve scholing en begeleiding door VluchtelingenWerk Nederland en vrijwilligers. Onbekend maakt onbemind. Daarom wil het Hoogkwartier deze mensen direct vanaf hun komst in de buurt een gezicht geven. Schrijver Esther Wienese en fotograaf Marieke Odekerken portretteren de statushouders en hun begeleiders met interviews en fotografie. Door persoonlijke verhalen te laten zien kunnen buurtbewoners zich naar verwachting beter met deze nieuwe Rotterdammers verbinden. Esther en Marieke wonen beiden in het Hoogkwartier; Marieke schuin tegenover het gebouw in de Bredestraat.